DUURZAAMHEID BLOEMEN

Wereldwijde daling gebruik gewasbeschermingsmiddelen

Om de beste kwaliteit bloemen en planten te bieden, beschermen kwekers hun bloemen en planten met gewasbeschermingsmiddelen tegen ziekten en plagen. Dat doen zij alleen als dat noodzakelijk is en zo min mogelijk. Wereldwijd gebruiken kwekers van snijbloemen inmiddels 35% minder middelen (kg werkzame stof per hectare) dan tien jaar geleden én het aandeel van de meest milieubelastende middelen is sterk gedaald. Zo daalde het gebruik van de meest milieubelastende (‘rode’) werkzame stoffen zelfs met 78%. Bij potplanten is een vergelijkbare trend zichtbaar: een daling van 29% in totaal en maar liefst een 79% daling van de meest milieubelastende werkzame stoffen. Nederlandse kwekers van potplanten hebben het gebruik van de meest milieubelastende middelen sinds 2015 zelfs met 96% teruggebracht en van snijbloemen met 88%.  Dit blijkt uit recente cijfers van MPS, een stichting die de internationale verduurzaming van de sierteelt bevordert en bijhoudt.

Sector ontwikkelt snel duurzamere teeltmethoden

De transitie van de sierteeltsector naar meer duurzame teeltmethoden is in volle gang. Te denken valt aan de inzet van biologische bestrijders, de inzet van insectengaas (bijvoorbeeld raamgaas of het afdekken van gewas), maar ook de inzet van robotisering en veredeling (sterkere rassen) zodat planten en bloemen beter tegen ziekten en plagen kunnen.

Wereldwijd koploper in duurzaamheid en innovatie

De overstap naar meer biologische gewasbescherming, zoals de inzet van roofmijten en sluipwespen en natuurlijke groene middelen, is immers geen toekomstvisie meer, maar dagelijkse praktijk. Nederland is wereldwijd koploper in duurzame en innovatieve teeltmethoden. Al tientallen jaren werkt de sector aan het terugdringen van chemische gewasbeschermingsmiddelen. Inmiddels gebruikt 90% van de bloemenkwekers en 80% van de potplantenkwekers biologische bestrijders (insecten en mijten) om schadelijke ziekten en plagen te bestrijden. Uiteraard blijft de sector volop investeren in onderzoek en innovatie om chemie uiteindelijk helemaal overbodig te maken.

Groene gewasbescherming

Het uiteindelijke doel? In 2030 telen Nederlandse kwekers nog betere, weerbare gewassen waarbij chemische gewasbeschermingsmiddelen nauwelijks nodig zijn. Om het aantal ziekten en plagen te verminderen, telen ondernemers gewassen die van nature sterk zijn en minder vatbaar voor ziekten en schadelijke insecten. Innovatieve technologieën zoals drones, sensoren en camera’s sporen daarnaast steeds vaker vroegtijdig ziekten en plagen op. Ook kunnen natuurlijke of zogeheten laag risico middelen worden ingezet. Dit zijn geen chemische middelen, maar middelen op basis van in de natuur voorkomende stoffen.

Als er toch chemische middelen worden ingezet, werken deze doorgaans specifiek ter bestrijding van één plaaginsect en worden deze pleksgewijs ingezet. Kwekers dragen beschermende kleding bij de toepassing. Zij passen de middelen zeer zorgvuldig toe om te voorkomen dat het een negatief effect heeft op de biologische bestrijders in de teelt.

Strenge Europese richtlijnen waarborgen duurzaamheid

Naast de inspanningen van de Nederlandse kwekers gelden er in Europa strikte richtlijnen voor de import van bloemen. Elke bloem die in de winkel ligt, voldoet aan deze regels, ook op het gebied van gewasbescherming. Dit betekent dat consumenten met een gerust hart kunnen genieten van hun bloemen.

Bron VBW